Waarom dit Blog ? Sinds het voorjaar van 2011 ben ik besmet met het virus 'Genealogie'. Begonnen bij mijn opa van moeders kant, groeide de stamboom gestadig. Gevoed door de gegevens die ik opdiepte uit Genlias en Familysearch. Ik ben precies in de juiste periode begonnen met mijn onderzoek: eerder genoemde bronnen zorgen ervoor dat ik mijn onderzoek in de vrije uren (naast mijn full-time baan) kan doen, vanuit mijn luie stoel bij wijze van spreken. Waar je vroeger misschien jaren bezig was met het zoeken in verschillende stads-, streek- en provinciale archieven, krijg je je kwartierstaat tegenwoordig via het internet min of meer op een presenteerblaadje. Mits je voorouders uit Nederland afkomstig zijn, want buitenlandse bronnen zijn vaak nog niet in zo'n grote mate digitaal toegankelijk.
Nu, dik twee jaar later heb ik mijn kwartierstaat redelijk compleet tot rond 1700. Dat is 9 generaties terug. Is dat dan alles ? Wat mij betreft niet. Een kwartierstaat is een "dooie" verzameling namen, geboorten, huwelijken en overlijdens. Een kale stamboom zonder bladeren, alleen takken. Ik wil trachten de boom aan te kleden. Wat betreft de voorouders uit de 20e eeuw spreken oude foto's natuurlijk het meest tot de verbeelding. Ga je wat verder terug, de 19e eeuw, dan zijn er in mijn geval (nog) geen foto's beschikbaar. Het gros van mijn voorouders kwam uit het oude Overkwartier van Gelre en was dagloner, akkerman of wever. Over het algemeen geen vermogende mensen en fotografie lag in die tijd qua geld niet binnen hun bereik. Dan moet je op zoek naar andere bronnen. Voor de hand liggen (als we het hebben over de 19e eeuw): belastingregisters, het kadaster, memories van successie, eventueel kranten.
Zelf kwam ik min of meer bij toeval in aanraking met een andere bron: Rechtbankarchieven. Tijdens mijn kwartierstaat-speurtocht kwam ik bij twee voorouders een opmerkelijke overlijdensplaats tegen: Maria Catharina Opschroef uit Horst die te Rekem stierf. Rekem, tegenwoordig in Belgiƫ gelegen, maar toen (1828) nog behorend tot het Koningrijk der Nederlanden en toen geschreven als Reckheim. En als tweede Margaretha van den Bosch uit Swolgen die te Hemiksem haar laatste adem uitblies. Hemiksem, gelegen bij Antwerpen en toen (1830) ook behorend tot het Koningrijk der Nederlanden en toen geschreven als Hemixem. De vraag rees: waarom stierven beide zo ver van huis in een tijd dat veel mensen hun hele leven niet verder kwamen dan hun eigen regio ? De sterfakten van beide gaven het antwoord: ze waren daar "bij tijdelijk verblijf" in respectievelijk "Het Bedelaars-werkhuis" en "Het Correctiehuis van St. Bernard".
Het antwoord roept meteen weer een nieuwe vraag op: waarom zaten beide vrouwen daar ? Dit is het beginpunt geweest van een onderzoek dat nog steeds loopt. Het verhaal van Maria Catharina Opschroef is reeds uitgebreid opgetekend door mijn verre neef Sjraar Verkoeijen. Het zeer lezenswaardige verhaal van zijn hand in het jaarboek 2012 van de vereniging "Overkwartier van Gelre" is tot stand gekomen met hulp van diverse nazaten van Maria Catharina Opschroef, een uniek samenwerkingsverband dat eigenlijk spontaan ontstaan is. Voortbordurend op de lotgevallen van Maria Catharina ben ik verder op onderzoek gegaan en liep tegen het "raadsel" van Elisabeth Martens aan. In een volgend Blog zal ik hier dieper op ingaan.
En waarom zat Margaretha van den Bosch uit Swolgen in Hemiksem ? Ook daar zal ik de toekomst over schrijven.
Het is de eerste keer dat ik een Blog maak, het is even wennen. Ik moet ook nog even kijken hoe ik plaatjes toe kan voegen.
Pim.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten