Eén van mijn voorouders van 7 generaties terug is Maria Catharina Opschroef. Zoals ik in mijn vorige Blog al schreef overleed zij in 1828 het Bedelaars-werkhuis te Rekem. Haar echtgenoot Jan Vervuurt, waarmee ze in 1793 te Walbeck (D) gehuwd was, bleef alleen achter met waarschijnlijk één inwonende zoon. Het echtpaar kreeg 8 kinderen, zes jongens en twee meisjes. Drie kinderen overleden al op jonge leeftijd. Van de kinderen die de volwassen leeftijd bereikten waren René Jan (*1798) en Maria Agnes (*1800) al in 1824 gehuwd en het huis uit. Frans (*1805) was in 1824 vertrokken naar Walbeck, waarschijnlijk om als knecht te werken. Hij was in ieder geval niet in dienst, want hij was vrijgesteld wegens volbrachte broederdienst. Hij zal in 1830 te Horst huwen. Jan Matthijs (*1808) was ten tijde van het overlijden van zijn moeder net een jaar in Militaire Dienst. Hij had al eerder het ouderlijk huis verlaten, want in 1827 woonde hij te Arcen. Helaas is niet bekend waar in Arcen, maar waarschijnlijk was hij ergens knecht. Van Arcen zijn uit die tijd geen Bevolkingsregisters of Volkstellingen bewaard gebleven voor zover mij bekend. De jongste zoon, Reinier (*1811), die 17 jaar oud was toen zijn moeder overleed, zal nog thuis hebben gewoond.
Jan Vervuurt hertrouwde ongeveer anderhalf jaar later, in november 1829, te Venray met Johanna Martens (*1783 te Oirlo). Ook Johanna was al eerder gehuwd geweest, haar echtgenoot was in 1827 overleden... in het Bedelaars-werkhuis te Rekem... Johanna woonde op de "Kulut" te Venray. Heden ten dage is er een wijk in Venray met dezelfde naam, die iets noordelijk van het groepje boerderijen van toen ligt. De huidige Deurneseweg N270 loopt hier doorheen. Op de foto: op de bovenste helft de huidige boerderij die op dezelfde plek moet staan waar in 1829 het huis van Johanna Martens moet hebben gestaan. Wellicht is het nog (gedeeltelijk) dezelfde boerderij. Op de onderste helft van de foto: de locatie van de boerderij is bij het oranje mannetje. (Zuidelijk van de N270). Noordelijk van de N270 ligt de huidige wijk Kulut.
Johanna Martens en Jan Vervuurt gingen na hun huwelijk in dit huis(je) wonen. Overigens is het een raadsel hoe Jan en Johanna elkaar hebben ontmoet. Jan woonde in Horst, Johanna in Venray. Er waren in die tijd vast en zeker nog geen praatavonden voor "Nabestaanden van overledenen in het Bedelaars-werkhuis te Reckheim". Toch acht ik het niet onmogelijk dat in het onfortuinlijke einde van beider partners een link zit.
Zo rijzen er vele vragen bij zo'n opname zo'n instelling: in een tijd dat er nog geen telefoon -laat staan internet- was, velen konden niet lezen of schrijven, hoe wisten familieleden dat iemand "vast" zat ? Of waar iemand vast zat ? Ongetwijfeld speelde de Burgemeester in deze een grote rol, hij kreeg immers regelmatig letterlijk de rekening gepresenteerd: een gevangene kostte geld, en dat werd netjes verhaald op het zogenaamde "Domicilie van Onderstand", meestal de gemeente waar men geboren was of de laatste 4 jaar gewoond had. Over het "Domicilie van Onderstand" later meer. Deze wet van 1818 bezorgde veel burgemeesters slapeloze nachten en archiefkasten vol correspondentie. Als een ingezetene van de gemeente ergens "verpleegd" werd, kreeg de burgemeester netjes elke maand of elk jaar een rekening van de instelling waar de ingezetene vast zat. Uiteraard met het vriendelijke verzoek de rekening per omgaande te voldoen. De hoogte van de "verpleegkosten" verschilden, iemand die kon werken was goedkoper dan bijvoorbeeld een vrouw met klein kind die niet kon werken. Zo heb ik een voorbeeld uit 1842 van een vrouw die niet kon werken. Zij kost de gemeente dat jaar (1842) 52.50 gulden, vergelijkbaar met 480,- euro heden ten dage. Dat lijkt in onze ogen weinig voor een heel jaar eten & onderdak. Maar de omstandigheden van toen zijn geheel anders dan nu. Gevangen sliepen op grote zalen in hangmatten, het eten was net genoeg om niet dood te gaan, etc. Bovendien kun je die tijd in alle opzichten niet vergelijken met het heden. Destijds was 52.50 gulden voor de gemeente een flinke som geld.
De Burgemeester wist dus meestal wel waar een van zijn burgers gevangen zat en ongetwijfeld zal hij de betreffende familieleden daarvan op de hoogte hebben gebracht. Zou de familie de mogelijkheid hebben gehad een bezoek te brengen aan de gevangene ? Afgezien van de forse reistijden toen én de daarmee gemoeide kosten, denk ik niet dat bezoek welkom was.
Terug naar Jan en Johanna: Jan Vervuurt had in 1829 waarschijnlijk nog één zoon die thuis woonde. Maar hoe zat dat met Johanna Martens ? Johanna was 12 jaar jonger dan Jan. Johanna was in 1817 te Venray gehuwd met Theodorus Michels (*1775 te Hau bij Kleve (D)). Theodorus stierf in 1827 te Rekem. Uit dit huwelijk waren drie jongens geboren. Twee jongens sterven al als ze een maand oud zijn. Alleen Joannes "Jan" Leonardus (*1819) zal opgroeien en huwen. In 1829 woont Jan van 10 jaar nog bij zijn moeder. Uit de volkstelling 1830 van Venray blijkt dat in het huis No. 402 te Venray "Heyde" wonen:
- Vervurt Jan 57 jaar geboren te Walbeek, Dagloner
- Martens Joanna 47 jaar geboren te Oirlo, Zonder beroep
- Michels Jan 10 jaar geboren te Venraij, Zonder beroep
- Martens Elisabeth 15 jaar geboren te Meerlo, Zonder beroep
Zo te zien was de jongste zoon van Jan Vervuurt dus ook al het huis uit.
In 1839 wonen in het huis No. 402 te Venray "Külüt":
- Vervurdt Jan 72 jaar (!) geboren te Walbeek, Landbouwer
- Martens Johanna 59 jaar geboren te Meerlo (sic), Zonder beroep
- Michels Johanna (sic) 20 jaar geboren te Venraij, Zonder beroep
Jan Martens is abusievelijk ingeschreven als Johanna Martens, Jan Vervuurt is opeens 72 jaar oud, en Johanna Martens is niet in Meerlo, maar in Oirlo geboren. De gegevens in deze registers zijn niet altijd even betrouwbaar. Maar behalve deze onnauwkeurigheden valt op dat Elisabeth Martens op de lijst van 1839 niet meer voorkomt. Maar wie is deze Elisabeth die dezelfde achternaam draagt als de vrouw des huizes ? Is zijn wellicht het inwonende nichtje van Johanna Martens ? Hier begint mijn zoektocht...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten