dinsdag 26 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel V)

Waarom waren Elisabeth en Thomas Carolus eigenlijk opgepakt ? Het antwoord heb ik gevonden in het Gelders Archief te Arnhem. Het blijkt dat Elisabeth en Thomas Carolus op 7 maart 1843 in het gehucht Dorpboer (bij Winterswijk) gebedeld hebben. Eerst had Elisabeth de mensen gevraagd of ze nog "koffymolens" te slijpen hadden. Toen de mensen ontkennend geantwoord hadden, had ze om een aalmoes gevraagd. Bij de een kreeg ze niks, bij de ander één cent. Verder verklaarde een van de drie getuigen: "Beide beklaagden hadden een karretje bij zich waarin eenige gereedschappen om koffymolens te slijpen en waren vergezeld van drie kinderen." Huh, drie kinderen ? In de correspondentie in het archief te Venray was er sprake van twee kinderen. Zou dat derde kind tijdens het voorarrest overleden zijn ?

De Burgerlijke Stand moet uitkomst bieden. Het blijkt dat Elisabeth nóg een kind had: een meisje genaamd Rosalia, geboren te Horst (L) op 14 juni 1842. Bij deze aangifte is Thomas Carolus in geen velden of wegen te bekennen. Als beroep geeft Elisabeth op "kramerse". Het kind wordt aangegeven door de vroedvrouw. Dit kind is dus óók mee de gevangenis in gegaan. Maar waarom is Rosalia dan niet met Hendrik en Willem meegekomen naar Venray op 9 mei 1843 ? De verklaring is even simpel als voor de hand liggend: het meisje was ten tijde van de arrestatie nog geen jaar oud en de moeder was dus nog zogende. Rosalia is dus eerst 3 maanden met haar moeder in de gevangenis opgesloten, en daarna naar zijn ze samen naar Veenhuizen gebracht. Ook Rosalia zal niet oud worden, zij sterft in zogenaamde Derde Etablissement te Veenhuizen op 9 april 1844. Zij is één van de ruim 11.000 gevangenen die tussen 1823 en 1875 op de begraafplaats (cynisch ook wel het "vierde gesticht" genoemd) van Veenhuizen begraven zullen worden.

Afbeelding: één van de drie gestichten te Veenhuizen, binnenplaats ca. 1826.


Elisabeth en Thomas Carolus zullen ongeveer in augustus 1846 ontslagen worden uit Veenhuizen. Als het goed is hebben ze elkaar dan 3 jaar niet gezien, mannen en vrouwen zaten in Veenhuizen gescheiden. Terwijl Elisabeth geboren in 1815 vast zat te Veenhuizen, is de Elisabeth geboren in 1819 in het huwelijk getreden met Petrus van Schewig op 18-01-1845 te Bergen.

Als Elisabeth en Thomas Carolus weer op vrije voeten zijn, blijven ze in Drenthe en Overijssel rondzwerven. Al snel nadat ze de bedelaarskolonie verlaten hebben, raakt Elisabeth weer zwanger. In mei 1847 zal ze in Gees een zoon baren die ze Bernardus noemen. De komende 10 jaar zal Elisabeth 7 kinderen op de wereld zetten:

Bernardus
geboren
29-05-1847
Gees (Oosterhesselen)
 
trouwt
22-12-1893
Emmen
 (Woont 1912 te Rotterdam)
overlijdt
>1912 <1937
Rotterdam ?
Pieter
geboren
26-11-1848
Den Ham
 
overlijdt
09-01-1850
Avereest
Rosaline
geboren
11-03-1850
Rouveen (Staphorst)
 
overlijdt
18-11-1913
Emmen
Aleida 
geboren 
09-10-1851
Slagharen 
 
overlijdt
10-01-1856 
Slagharen 
Petrus
geboren
03-06-1853
Slagharen
 
overlijdt
20-11-1855
Slagharen
Willem
geboren
17-08-1855
Slagharen
 
overlijdt
30-11-1856
Slagharen
Aleida 
geboren 
31-10-1857 
Slagharen 
 
trouwt 
11-08-1882 
Emmen 
 
overlijdt
10-04-1942
Emmen

Steeds verklaart Thomas Carolus dat hij en Elisabeth Martens gehuwd zijn. De kinderen krijgen dus allen de achternaam Zeeman. Al die jaren heeft hij als beroep scharenslijper op. De eerste jaren geeft hij nog op te Venray te wonen, vanaf 1853 woont hij met Elisabeth in Slagharen (Ambt Hardenberg) en staat daar ook ingeschreven in het Bevolkingsregister. Het gezin moet grote armoede hebben gekend, in 1857 en 1858 doen ze een beroep op de armenzorg van Hardenberg. 1857: "Het gezin bestaat uit man, vrouw en drie kleine kinderen; de man kan thans weinig of niet verdienen daar hij zijne ziekelijke vrouw moet oppassen; de vrouw is op den 31 oktober l.l. bevallen en dientengevolge zeer zwak en sukkelende". En in 1858: "De man lijdt aan de pleuris en daarbij komende bittere armoede." Verder is in het rapport van de armenzorg te lezen dat ze gehuwd zijn in 1837 te Veltum. (Bron: Indices op het archief armenzaken van de gemeente Ambt Hardenberg)  Zoals ik al eerder schreef zullen ze pas in 1865 huwen, dus dat huwelijk van 1837 hebben ze verzonnen. Maar wellicht is 1837 het jaar dat ze elkaar ontmoet hebben en dat Thomas Carolus toen zijn wettige echtgenote Maria Smits verlaten heeft. Veltum is een gehucht dat destijds bij Venray hoorde. In 1857 zal Elisabeth voor de laatste keer bevallen. Van de zeven kinderen zullen er drie de volwassen leeftijd bereiken.

In 1865 woont het paar met hun drie kinderen nog steeds in Slagharen. Op 25 juli van dat jaar zullen Elisabeth en Thomas Carolus te Hardenberg in het huwelijk treden. Waarom ze alsnog trouwen ? De reden daarvan is me niet duidelijk. Misschien om de kinderen te echten ? Nee, daar is geen sprake van, want in de huwelijksakte is geen vermelding van kinderen te vinden. Een reden zou kunnen zijn dat Thomas Carolus' vorige echtgenote Maria Smits in 1861 overleden is, en dat hij nu vrij was om te huwen met een ander. Maria Smits wordt in ieder geval genoemd in de akte als vorige echtgenote van de bruidgom, en een sterfakte zit bij de huwelijkse bijlagen. Misschien vanwege het feit dat ze elkaars erfgenaam zouden zijn als één van beide zou komen te overlijden ? Er viel weinig te erven, het gezin was zo arm als een kerkrat afgaande op de administratie van de armenzorg te Hardenberg. Het is gissen waarom ze zo laat nog gehuwd zijn. Wat echter opvalt bij dit huwelijk is de geboorte-akte die Elisabeth overlegd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten