zaterdag 30 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel VI)

Elisabeth overlegt bij het huwelijk in 1865 te Hardenberg het afschrift van de geboorte-akte van de Elisabeth uit 1819. Is dit een vergissing ? Of gaat het hier toch echt om de Elisabeth van 1819 ? Daarvoor heb ik uitgezocht wat er gebeurde met de Elisabeth Martens die in 1853 weduwe was geworden van Petrus van Schewig. Helaas had het echtpaar Schewig - Martens maar één kind, dat al na één jaar stierf. Van Elisabeth kon ik in eerste instantie geen teken van leven meer vinden na 1853. Maar via de database van www.ongen.de vond ik een tweede huwelijk van Elisabeth Martens ! Ze is januari 1865 (!) gehuwd te Pont (bij Geldern) met ene Jacob Cornelissen uit Veert (eveneens bij Geldern). Ze woont op dat moment te Geldern. In de huwelijksakte staat duidelijk vermeld dat ze geboren is op 6 januari 1819 te Meerlo. Helaas heb ik haar overlijdensdatum (nog) niet kunnen achterhalen. Aangezien Elisabeth ten tijde van het huwelijk al 46 jaar is, zullen er uit dit huwelijk waarschijnlijk geen kinderen meer geboren zijn. De Elisabeth Martens uit 1819 heeft dus geen nakomelingen die de volwassen leeftijd bereiken en op hun beurt weer voor nageslacht kunnen zorgen.

Afbeelding: detail van de huwelijksakte 1865 te Pont (D) Cornelissen - Martens


Maar waarom overlegt de Elisabeth uit 1815 bij het huwelijk te Hardenberg een geboorte-akte van de Elisabeth uit 1819 ? De oorzaak hiervan heb ik niet kunnen achterhalen. Naar de reden kan ik alleen maar gissen:

- De Burgemeester van Meerlo heeft per abuis de verkeerde akte meegegeven. Elisabeth kon niet lezen of schrijven, dus ze zal het niet opgemerkt hebben.
- Elisabeth was een onecht kind waarvan de vader onbekend is, wellicht schaamde ze zich ervoor en heeft ze de akte van de "andere" Elisabeth overlegd.
- Elisabeth en Thomas Carolus hadden een reputatie. Hoewel ze al jaren in Drenthe en Overijssel zwierven / woonden, zullen de mensen in Venray en omstreken beiden nog niet vergeten zijn in 1865.

Persoonlijk denk ik dat het gewoon een vergissing is van de Burgemeester. Echter, de genealoog wordt zo wel op het verkeerde been gezet. De conclusie die ik kan trekken is dat alle kinderen die vanaf 1841 uit Thomas Carolus Zeeman en Elisabeth Martens zijn geboren, de Elisabeth Martens geboren op 6 juni 1815 te Meerlo als moeder hebben.

Opmerkelijk is dat het gezin zich op 18-10-1865 (amper 3 maanden na het huwelijk te Hardenberg) te Roermond vestigt. Ze hebben dan dik 10 jaar in Slagharen gewoond. In Roermond gaan ze "Aan den Wal" wonen. Thomas Carolus geeft als beroep op "Arbeider". In januari 1867 zal Elisabeth in Roermond overlijden. Op 9 april van dat jaar vertrekt de weduwnaar met zijn 3 kinderen weer naar Slagharen. Opmerkelijk detail is dat zoon Bernardus (Bernard) Zeeman op diezelfde dag (9 april 1867) voor het eerst veroordeeld wordt, door de Rechtbank van Roermond wegens bedelarij. Bij verstek wordt hij veroordeeld tot één dag cellulaire gevangenisstraf. Er zullen nog vele veroordelingen volgen voor bedelarij, landloperij, diefstal en desertie uit het leger. Het is niet onwaarschijnlijk dat vader en kinderen wegens de veroordeling van Bernard weer terug naar Slagharen gegaan zijn.

Dit is de laatste episode over Elisabeth Martens. Er is echter over haar, haar man en haar kinderen véél meer te vertellen. Vooral over zoon Bernardus en zijn 'bijzit' Pijtje Bakker heb ik veel informatie gevonden. Daarover zal ik in de toekomst op dit Blog zeker nog over schrijven. Wil ik afsluiten met een citaat uit een brief van de Burgemeester van Hardenberg, H.N. van Roijen ca. 1867:

"Gisteren ontving ik inliggend briefje. Dien ten gevolge heb ik de eer Uw Edelachtbare te berigten dat Bernard Zeeman niet kan worden vrijgesteld van militairen dienst als eenige wettig zoon. De kinderen van Zeeman zijn allen buiten echt geboren en bij het opvolgend huwelijk hun ouders niet gewettigd zijn. Ten onregt voerde zij namen van Zeeman daar zij althans nu genoemd moeten worden. De inlijving konde niet geschieden wijl Zeeman tijdens de geboorte zijnen kinderen met eene ander vrouw was gehuwd."

dinsdag 26 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel V)

Waarom waren Elisabeth en Thomas Carolus eigenlijk opgepakt ? Het antwoord heb ik gevonden in het Gelders Archief te Arnhem. Het blijkt dat Elisabeth en Thomas Carolus op 7 maart 1843 in het gehucht Dorpboer (bij Winterswijk) gebedeld hebben. Eerst had Elisabeth de mensen gevraagd of ze nog "koffymolens" te slijpen hadden. Toen de mensen ontkennend geantwoord hadden, had ze om een aalmoes gevraagd. Bij de een kreeg ze niks, bij de ander één cent. Verder verklaarde een van de drie getuigen: "Beide beklaagden hadden een karretje bij zich waarin eenige gereedschappen om koffymolens te slijpen en waren vergezeld van drie kinderen." Huh, drie kinderen ? In de correspondentie in het archief te Venray was er sprake van twee kinderen. Zou dat derde kind tijdens het voorarrest overleden zijn ?

De Burgerlijke Stand moet uitkomst bieden. Het blijkt dat Elisabeth nóg een kind had: een meisje genaamd Rosalia, geboren te Horst (L) op 14 juni 1842. Bij deze aangifte is Thomas Carolus in geen velden of wegen te bekennen. Als beroep geeft Elisabeth op "kramerse". Het kind wordt aangegeven door de vroedvrouw. Dit kind is dus óók mee de gevangenis in gegaan. Maar waarom is Rosalia dan niet met Hendrik en Willem meegekomen naar Venray op 9 mei 1843 ? De verklaring is even simpel als voor de hand liggend: het meisje was ten tijde van de arrestatie nog geen jaar oud en de moeder was dus nog zogende. Rosalia is dus eerst 3 maanden met haar moeder in de gevangenis opgesloten, en daarna naar zijn ze samen naar Veenhuizen gebracht. Ook Rosalia zal niet oud worden, zij sterft in zogenaamde Derde Etablissement te Veenhuizen op 9 april 1844. Zij is één van de ruim 11.000 gevangenen die tussen 1823 en 1875 op de begraafplaats (cynisch ook wel het "vierde gesticht" genoemd) van Veenhuizen begraven zullen worden.

Afbeelding: één van de drie gestichten te Veenhuizen, binnenplaats ca. 1826.


Elisabeth en Thomas Carolus zullen ongeveer in augustus 1846 ontslagen worden uit Veenhuizen. Als het goed is hebben ze elkaar dan 3 jaar niet gezien, mannen en vrouwen zaten in Veenhuizen gescheiden. Terwijl Elisabeth geboren in 1815 vast zat te Veenhuizen, is de Elisabeth geboren in 1819 in het huwelijk getreden met Petrus van Schewig op 18-01-1845 te Bergen.

Als Elisabeth en Thomas Carolus weer op vrije voeten zijn, blijven ze in Drenthe en Overijssel rondzwerven. Al snel nadat ze de bedelaarskolonie verlaten hebben, raakt Elisabeth weer zwanger. In mei 1847 zal ze in Gees een zoon baren die ze Bernardus noemen. De komende 10 jaar zal Elisabeth 7 kinderen op de wereld zetten:

Bernardus
geboren
29-05-1847
Gees (Oosterhesselen)
 
trouwt
22-12-1893
Emmen
 (Woont 1912 te Rotterdam)
overlijdt
>1912 <1937
Rotterdam ?
Pieter
geboren
26-11-1848
Den Ham
 
overlijdt
09-01-1850
Avereest
Rosaline
geboren
11-03-1850
Rouveen (Staphorst)
 
overlijdt
18-11-1913
Emmen
Aleida 
geboren 
09-10-1851
Slagharen 
 
overlijdt
10-01-1856 
Slagharen 
Petrus
geboren
03-06-1853
Slagharen
 
overlijdt
20-11-1855
Slagharen
Willem
geboren
17-08-1855
Slagharen
 
overlijdt
30-11-1856
Slagharen
Aleida 
geboren 
31-10-1857 
Slagharen 
 
trouwt 
11-08-1882 
Emmen 
 
overlijdt
10-04-1942
Emmen

Steeds verklaart Thomas Carolus dat hij en Elisabeth Martens gehuwd zijn. De kinderen krijgen dus allen de achternaam Zeeman. Al die jaren heeft hij als beroep scharenslijper op. De eerste jaren geeft hij nog op te Venray te wonen, vanaf 1853 woont hij met Elisabeth in Slagharen (Ambt Hardenberg) en staat daar ook ingeschreven in het Bevolkingsregister. Het gezin moet grote armoede hebben gekend, in 1857 en 1858 doen ze een beroep op de armenzorg van Hardenberg. 1857: "Het gezin bestaat uit man, vrouw en drie kleine kinderen; de man kan thans weinig of niet verdienen daar hij zijne ziekelijke vrouw moet oppassen; de vrouw is op den 31 oktober l.l. bevallen en dientengevolge zeer zwak en sukkelende". En in 1858: "De man lijdt aan de pleuris en daarbij komende bittere armoede." Verder is in het rapport van de armenzorg te lezen dat ze gehuwd zijn in 1837 te Veltum. (Bron: Indices op het archief armenzaken van de gemeente Ambt Hardenberg)  Zoals ik al eerder schreef zullen ze pas in 1865 huwen, dus dat huwelijk van 1837 hebben ze verzonnen. Maar wellicht is 1837 het jaar dat ze elkaar ontmoet hebben en dat Thomas Carolus toen zijn wettige echtgenote Maria Smits verlaten heeft. Veltum is een gehucht dat destijds bij Venray hoorde. In 1857 zal Elisabeth voor de laatste keer bevallen. Van de zeven kinderen zullen er drie de volwassen leeftijd bereiken.

In 1865 woont het paar met hun drie kinderen nog steeds in Slagharen. Op 25 juli van dat jaar zullen Elisabeth en Thomas Carolus te Hardenberg in het huwelijk treden. Waarom ze alsnog trouwen ? De reden daarvan is me niet duidelijk. Misschien om de kinderen te echten ? Nee, daar is geen sprake van, want in de huwelijksakte is geen vermelding van kinderen te vinden. Een reden zou kunnen zijn dat Thomas Carolus' vorige echtgenote Maria Smits in 1861 overleden is, en dat hij nu vrij was om te huwen met een ander. Maria Smits wordt in ieder geval genoemd in de akte als vorige echtgenote van de bruidgom, en een sterfakte zit bij de huwelijkse bijlagen. Misschien vanwege het feit dat ze elkaars erfgenaam zouden zijn als één van beide zou komen te overlijden ? Er viel weinig te erven, het gezin was zo arm als een kerkrat afgaande op de administratie van de armenzorg te Hardenberg. Het is gissen waarom ze zo laat nog gehuwd zijn. Wat echter opvalt bij dit huwelijk is de geboorte-akte die Elisabeth overlegd...

maandag 25 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel IV)

Als T.C. Zeeman en Maria Smits in oktober 1829 huwen, gaan ze inwonen bij de ouders van Maria, beiden al over de 70 jaar oud. Het oude echtpaar woont in Venray aan het adres "De Draal" nummer van het huis 37. Dit zijn niet de huisnummers zoals we die nu kennen. In die tijd kregen de huizen een nummer, los van de straat of buurt waar het huis stond. Het huis van het echtpaar Smits zal in het centrum van Venray gestaan hebben. Helaas kan ik niet meer achterhalen waar dat precies moet zijn geweest. Tegenwoordig is er in Venray geen buurt of straat meer die zo heet. Het is een vreemd huwelijk: in februari van 1829 (8 maanden vóór het huwelijk) had Thomas Carolus al een kind aangegeven bij de Burgerlijke Stand van Venray. Hij verklaarde de vader te zijn en "deszelfs Huisvrouw" Maria Smits de moeder. Dat van die huisvrouw was dus gelogen en het is vreemd dat de Assessor dit opgeschreven heeft. Of was hij niet op de hoogte van het feit dat beiden niet gehuwd waren ? Het dochtertje, vernoemd naar de moeder van T.C., Helena Elisabeth, zou slechts 2 maanden oud worden.

De vader van Maria Smits zal in 1833 overlijden, haar moeder in 1835. In de volkstelling van 31-12-1839 wonen er andere mensen in het huis nummer 37. Thomas Carolus en Maria komen verder in de lijst ook niet meer voor. Zou het echtpaar zijn gaan zwerven ? Er zullen uit dit huwelijk verder ook geen kinderen geboren worden. Maria Smits overlijdt 1861 te Venray, in de overlijdens-akte verder de mededeling "verlatene huisvrouw van Thomas Carolus Zeeman"...

Afbeelding: overlijdensakte 1861 van Maria Smits.

Net als zijn vader (die hij waarschijnlijk nooit gekend heeft) laat hij zijn vrouw in de steek en zal nooit meer bij haar terugkeren. Maria zal nooit echtscheiding hebben aangevraagd, hoewel dat wel mogelijk was. Er waren in de 19e eeuw 5 redenen geldig om echtscheiding aan te vragen: Overspel, Curatele vanwege verkwisting, Gevangenisstraf van 4 jaar of meer, Kwaadwillige verlating die minstens vijf jaar had geduurd en Mishandeling. Maar de procedure was ingewikkeld en er moest aan allerlei voorwaarden voldaan worden. Bovendien zal ze een verklaring van onvermogen moeten halen bij de burgemeester, want veel geld zal ze niet gehad hebben. Waarschijnlijk heeft ze het er maar bij gelaten, of misschien heeft ze gehoopt dat Thomas Carolus ooit nog terug zou keren.
 
Thomas Carolus begint gewoon weer een nieuwe affaire, want in januari 1841 geeft hij bij de Burgerlijke Stand te Groesbeek een kind van het mannelijk geslacht aan, dat hij Wilhelm noemt. Als moeder wordt genoemd Elisabeth Martens. Volgens de akte zijn beiden "echteluden wonende te Venraay". Als beroep geeft hij op: Koopman. Saillant detail: één van de getuigen is Antonius Alexander Koning, Veldwachter te Groesbeek. Meestal hebben veldwachters niet zoveel op met rondtrekkende lieden...

Nu weet ik nog steeds niet met zekerheid welke Elisabeth zich ophield met die Zeeman. De Elisabeth van 1815 had in 1836 te Venray al een onecht kind op de wereld gezet: Hendrik Martens. Dat het hier gaat om de Elisabeth van 1815 kan ik afleiden uit de persoon die het kind aangeeft: stiefvader Jan Vervuurt. Er wordt geen vader vermeld. Volgens de akte is Elisabeth 20 jaar oud, hetgeen overeen komt met geboortejaar 1815. Zou zij ook de Elisabeth zijn die in 1841 te Groesbeek een zoon op de wereld zet ?

De stukken die ik vond in het archief te Venray (Archief Gemeentebestuur Venray 1815 - 1941, inventarisnummer 5473) geven uitsluitsel. Op 5 april 1843 worden Elisabeth Martens en T.C. Zeeman voor de rechtbank van Zutphen wegens landloperij en bedelarij veroordeeld tot ieder een gevangenisstraf van 3 maanden, om na het uitzitten van die straf opgezonden te worden naar het bedelaars-gesticht. In praktijk betekent dat beiden voor de komende drie en een half jaar opgesloten zitten. Het arresthuis in Zutphen zit echter met een probleem: sinds de arrestatie van Elisabeth op 9 maart 1843 waren haar beide minderjarige kinderen bij haar gebleven in het arresthuis. Volgens opgave waren dit Hendrik Martens, geboren te Venray en Wilhelmus Martens, geboren te Groesbeek. Hieruit blijkt dat beide kinderen uit de vorige alinea geboren moeten zijn uit de Elisabeth van 1815. Blijft een raadsel het huwelijk in 1865 te Hardenberg tussen Elisabeth uit 1819 en T.C. Zeeman. De puzzel is dus maar gedeeltelijk opgelost. Op dat huwelijk zal ik later terug komen. Een mogelijkheid is natuurlijk dat T.C. Zeeman zijn Elisabeth verlaten heeft en later een affaire begint met de Elisabeth uit 1819.

Nu Elisabeth veroordeeld is, moet de zorg voor de kinderen overgenomen worden door het Domicilie van Onderstand, in dit geval Venray. De kinderen kunnen natuurlijk niet mee de gevangenis in. Zij zullen dus opgehaald moeten worden in Zutphen en naar Venray gebracht, alwaar ze voor de tijd dat hun moeder gevangen zit, verpleegd zullen moeten worden. De Burgemeester van Venray, F.A. Verblackt, maakt echter geen haast om de kinderen op te laten halen. Drie weken na de veroordeling van Elisabeth zijn beide kinderen nog steeds in Zutphen. Op 26 april volgt er een geïrriteerd schrijven van de Districts Commissaris Michiels van Verduynen te Roermond aan Burgemeester Verblackt: "Aangezien door Uea de armlastigheid van de thans in het huis van arrest te Zutphen gedetineerde Elisabeth Martens en daarmede ook dat van hare beide minderjarige onechte kinderen is aanerkend, verzoek ik Uea om onverwijld maatregelen te beramen en in het werk te stellen, ten eind gezegde kinderen, door uwe zorg uit het genoemd Arresthuis afgehaald en voor rekening uwer gemeente gepleegd worden." De Burgemeester komt nu in beweging, al zal het nóg een week duren eer de kinderen daadwerkelijk opgehaald worden.

Op 4 mei 1843 geeft Burgemeester Verblackt aan Hendrik Huisman (*ca. 1792 te Delft, dagloner te Venray) de opdracht de kinderen op te gaan halen in Zutphen. Hij krijgt van de Burgemeester een verklaring mee. Op de verklaring wordt steeds netjes aangeven hoe de reis verloopt: in elke plaats die ze passeren zal de burgemeester of gedelegeerde van die plaats het document tekenen. Het transport vind plaats per kar, en bij elke gemeente wordt van kar gewisseld.

- 7 mei: Zutphen - Brummen
- 7 mei: Brummen - Dieren
- 7 mei: Dieren - Velp
- 7 mei: Velp - Arnhem
- 8 mei: Arnhem - Elst
- 8 mei: Elst - Nijmegen
- 8 mei: Nijmegen - Mook
- 9 mei: Mook - Gennep
- 9 mei: Gennep - Afferden
- 9 mei: Afferden - Bergen
- 9 mei: Bergen - Vierlingsbeek (oversteek van rivier de Maas)
- 9 mei: Vierlingsbeek - Smakse Brug

Hendrik en Willem zullen dus op 9 mei 1843 in Venray arriveren, precies twee maanden nadat ze met hun moeder in Zutphen in de gevangenis belandden. Bij wie de kinderen precies ondergebracht worden is niet bekend. In ieder geval zullen ze hun moeder nooit weerzien: Willem overlijdt in 1844, 3 jaar oud en Hendrik in 1847, 11 jaar oud.
 
Afbeelding: opdracht tot ophalen kinderen Martens, met aftekeningen.
(Bron: G.A. Venray / Archief Gemeentebestuur Venray 1815 - 1941, inventarisnummer 5473)
 
 
 
 



zaterdag 23 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel III)

Voor ik verder ga over de beide Elisabetten wil eerst wat meer vertellen over Thomas Carolus Zeeman. Hij werd gedoopt te Utrecht in de R.K. 1e Augustijner Statie in de Herenstraat. Zijn vader was Cornelis Zeeman (Luthers) en Helena Elisabeth Vortman (R.K.). Beide ouders waren geboren te Amsterdam, respectievelijk in 1765 en 1770. Gehuwd te Buiksloot (bij Amsterdam) in 1790, moeten ze rond 1795 naar Utrecht vertrokken zijn alwaar in 1798 Thomas Carolus geboren is. Dat het gezin niet erg honkvast was blijkt wel uit het overlijden van beide ouders: zijn moeder overlijdt in 1819 te Sambeek en zijn vader... die heeft waarschijnlijk rond 1798 zijn gezin in de steek gelaten om terug te keren naar Amsterdam en daar met ene Jacoba Bekkers samen te gaan leven. Het is onbekend of ze gehuwd zijn. Op de sterfakte uit 1814 (te Amsterdam) van Cornelis Zeeman staat dat hij de man is van Jacoba Bekkers. Terwijl de vrouw waarmee hij gehuwd was, Helena Elisabeth Vortman, nog in leven was en woonde te Sambeek... Ik heb nog niet uit kunnen zoeken of Cornelis en Helena Elisabeth gescheiden zijn. Onderzoek in Utrecht of Amsterdam zal hierover meer duidelijkheid moeten verschaffen, want als Cornelis werkelijk zijn vrouw verlaten heeft, zal deze laatste ongetwijfeld een beroep op de armenzorg van Utrecht of Amsterdam gedaan hebben. Het echtpaar Zeeman - Vortman had 4 kinderen, 3 meisjes en 1 jongetje. Het zal geen harmonieus gezin zijn geweest. Waarschijnlijk heeft Thomas zijn vader nooit gekend.

Afbeelding: de doop van Thomas Carolus Zeeman op 26 april 1798 te Utrecht.


De appel zal niet ver van de boom vallen, want Thomas Carolus zal 30 jaar later ook zijn vrouw verlaten...

Thomas Carolus duikt weer op in januari 1825 te Heijen (gemeente Bergen). Hij verschijnt op 22 januari dat jaar voor Burgemeester Pieter Willem Baron de Liedel om een kind aan te geven dat de dag ervoor geboren is. Hij geeft het kind de naam Helena. Hij verklaart de vader te zijn. De moeder is Francisca van Kempen, oud zeventien jaren. Uit de akte is niet echt duidelijk of ze gehuwd waren, maar de vergelijking met andere akten uit dezelfde periode maakt veel duidelijk: bij de geboorten staat steeds "zijne huisvrouw". Deze zinsnede ontbreekt in de geboorte-akte van Helena. Ze waren dus niet gehuwd. Toch zal Helena door het leven gaan als Helena Zeeman, ondanks het feit dat haar natuurlijke vader en moeder ook in de toekomst niet zullen huwen. In de volkstelling te Bergen van 1830 heet ze Helena van Kempen, bij haar huwelijk in 1855 en haar dood in 1878 draagt ze de achternaam Zeeman.

Het duurt niet lang of Thomas Carolus wordt opgepakt wegens landloperij. Op 25 februari 1825 nemen 2 marechaussees hem én zijn "schoonbroer" Peter van Kempen gevangen bij Wanssum waar ze "agter de kapel", "hondert stappen van den weg" in een kuil "lagen te rusten". Waarschijnlijk verstopten ze zich voor de marechaussees te paard, die ze vast en zeker hadden zien aankomen. De marechaussees op hun beurt zullen beide heren zeker ook hebben zien lopen vóór ze zich in de kuil verstopten. Ze werden voorgeleid aan Pieter Willem Baron de Liedel, de Burgemeester van Bergen bij wie Thomas een maand eerder zijn dochter had aangegeven. De Burgemeester was heel stellig: "dat deze twee groote landlopers waaren, dat hij niet wist waarvan zij leefden, niet arbeide noch handleering (?) om daarvan te leeven." Verder is er in het verslag van de marechaussees te lezen: "den T.C. Zeeman is bekend voor de menschen voor eenen slegten en eene groote landlooper, een ider is verdagt op hem" en "zij zij bekend over de maas overal bij alle schoute en gemeentenarery, voor heele slegte, geen verdienste, geen inkoomen, in de Herbergen drinken en agter de haage leggen woorden zij veel gezien. Een ider een oordeelt, het geene wat zij hadden, moete zij krijgen met steelen of bedelen." Volgens het verslag had Thomas Carolus ook nog een groot mes bij zich. "Partners in crime" Thomas C. en Peter van Kempen waren in 1823 al eens opgepakt voor diefstal. Wegens gebrek aan bewijs zijn ze toen door het hof van Assissen te Den Bosch vrijgesproken. Peter van Kempen, geboren in 1808 te Kessel a/d Niers (D), was toen pas 15 jaar oud. In die paar jaar hadden ze dus samen al een hele reputatie opgebouwd.

Afbeelding: verslag van de marechaussee arrestatie T.C. Zeeman en P. van Kempen.


In 1827 zal T.C. Zeeman wederom opgepakt worden, samen met o.a. zijn "schoonmoeder" Petronella Derks (weduwe van Kempen), wegens diefstal van enkele schapen en landloperij. Hierbij is zo ongeveer het hele gezin van Kempen betrokken. Deze omvangrijke zaak zal ik in een toekomstig blog behandelen. De weduwe van Kempen zal naar aanleiding hiervan naar Rekem gezonden worden en aldaar sterven. Overigens wonen T.C. Zeeman, Franciska van Kempen en hun dochter in bij de weduwe van Kempen.

Lang zal T.C. het niet uithouden bij Francisca van Kempen. Op 27 oktober 1829 huwt hij te Venray met Maria Smits (*1797 Venray).

donderdag 21 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel II)

Ik ben op zoek gegaan naar Elisabeth Martens (Zie ook Deel I). Als ze in 1830 15 jaar oud was, moet ze rond 1815 geboren zijn. De database van allelimburgers.nl zou uitsluitsel moeten geven. In Meerlo werden tussen 1810 en 1820 twee kinderen met de naam Elisabeth Martens ingeschreven in de geboorteregisters:

- Elisabetha Martens, geboren 06-06-1815, onecht kind van Johanna Martens. Vader onbekend.
- Elizabeth Martens, geboren 06-01-1819, kind van Johannes Martens en Gertrudis Daniels.

De "onechte" Elisabeth uit 1815 zal de persoon zijn die ik zoek. Het toeval wil dat de Elisabeth uit 1819 ook in mijn stamboom voorkomt: zij zal in 1845 huwen met de stiefzoon van één van mijn voorouders, Petrus van Schewig (*1806). Geen rechtstreekse familie dus, maar wel verwant. Hoewel de Elisabeth uit 1815 voor 99% zeker de gezochte persoon is, zullen we de andere Elisabeth uit 1819 later in dit verhaal tóch weer tegenkomen.

Helaas vermeld de geboorte-akte niet de leeftijd van de moeder Johanna Martens. Ook de aangever of getuigen geven geen uitsluitsel of de Elisabeth uit 1815 werkelijk de persoon is die ik zoek. De aangever is Anton Bosch, dagloner, 31 jaar oud uit Meerlo. In theorie zou hij de vader kunnen zijn, ware het niet dat hij sinds 1805 gehuwd was Petronella Klerken. Wellicht woonde Johanna Martens in bij dit echtpaar. Johanna was op dat moment 31 jaar oud. Zie onderstaande afbeelding voor de geboorte-akte uit Meerlo van Elisabeth Martens. Ik zal sowieso aanvullend onderzoek moeten doen in het doopregister van Meerlo.


Om toch wat meer zekerheid te krijgen ben ik op zoek gegaan naar andere bronnen. Als eerste geprobeerd haar overlijden te vinden. Dat leverde één treffer op: in 1867 sterft te Roermond een Elisabeth Martens, geboren te Meerlo, oud zevenenvijftig jaren. Dat zou haar kunnen zijn ! Maar helaas, de akte vermeld ook: ouders onbekend. Volgens de akte is ze de echtgenote van Thomas Karel Zeeman...


Dus op zoek naar de huwelijksakte Zeeman - Martens. Na enig zoekwerk blijkt dat ze gehuwd zijn te Hardenberg in 1865. Bij het huwelijk staan ook de ouders vermeld: Johannes Martens en Gertrudis Daniels. Dat is dus de Elisabeth uit 1819. Maar die was toch in 1845 gehuwd met Petrus van Schewig ? Petrus is in 1853 overleden, dus het zou kunnen dat ze hertrouwd is. De huwelijksakte van 1865 rept met geen woord over Petrus van Schewig. Wel over de vorige echtgenote van Thomas Karel Zeeman: Maria Smits, overleden in 1861. Vreemd. Nu heb ik nog geen antwoord op mijn vraag wat er van Elisabeth Martens van 1815 is geworden. Zou ze naar het buitenland vertrokken zijn ?

Tot zover liep mijn onderzoek voorlopig dood. Omdat ik ook nog bezig ben met het onderzoek naar mijn andere "criminele" voorouder Margaretha van den Bosch uit Swolgen, besloot ik dit voorlopig te laten rusten. Tot ik op 29 oktober 2013 tijdens een bezoek aan het Gemeentearchief van Venray een opmerkelijke toevals-vondst deed: in het archief van de gemeente Venray vond ik een map met "Armenzaken" diverse brieven aan de Burgemeester over ene Elisabeth Martens die te Zutphen in het huis van arrest zat "met hare twee onechte minderjarige kinderen". We schrijven het jaar 1843.

Ze was opgepakt wegens bedelarij in gezelschap van Thomas Carolus Zeeman. Hoe kan dat nou ? De Elisabeth Martens van 1819 zou pas in 1865 huwen met Zeeman. In 1843 was zij nog vrijgezel en in 1845 zou ze eerst nog huwen met Petrus van Schewig. Toen heb ik me toch maar weer verdiept in de zaak Elisabeth Martens. Om een en ander wat beter op een rijtje te krijgen eerst maar eens uitgeplozen van beide Elisabeths hoeveel kinderen ze kregen en met welke man:

- Hendrik Martens *Venray 1836 (Vader onbekend)
- Wilhelm Martens / Zeeman *Groesbeek 1841 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Getrudis van Schewig *Meerlo 1845 (Vader: Petrus van Schewig)
- Bernardus Zeeman *Gees (bij Emmen) 1847 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Pieter Zeeman *Den Ham (bij Avereest) 1848 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Rosaline Zeeman *Avereest 1850 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Aleida Zeeman *Slagharen 1851 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Petrus Zeeman *Slagharen 1853 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Willem Zeeman *Slagharen 1855 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)
- Aleida Zeeman *Slagharen 1857 (Vader: Thomas Carolus Zeeman)

Feit is dat alle kinderen Zeeman onecht zijn (wettelijk gezien)  en ze ten onrechte de naam Zeeman dragen, daar Elisabeth Martens en Zeeman pas in 1865 zullen huwen. Tussen alle Zeemannetjes staat één kind van Petrus van Schewig. Ook worden er kinderen Zeeman geboren terwijl Elisabeth Martens nog met Petrus van Schewig gehuwd is, want Petrus overlijdt in 1853. Leidde de Elisabeth van 1819 een dubbelleven ? Als je uit gaat van de huwelijksakten van 1845 (Schewig - Martens) en 1865 (Zeeman - Martens), dan is de Elisabeth Martens van 1815 hier nog nergens in beeld geweest. Ja, misschien het onechte kind Hendrik van 1836 zou van de Elisabeth van 1815 kunnen zijn... En in dit kind ligt gedeeltelijk de sleutel tot de oplossing van dit raadsel...

woensdag 20 november 2013

Het raadsel van Elisabeth Martens uit Meerlo (Deel I)

Eén van mijn voorouders van 7 generaties terug is Maria Catharina Opschroef. Zoals ik in mijn vorige Blog al schreef overleed zij in 1828 het Bedelaars-werkhuis te Rekem. Haar echtgenoot Jan Vervuurt, waarmee ze in 1793 te Walbeck (D) gehuwd was, bleef alleen achter met waarschijnlijk één inwonende zoon. Het echtpaar kreeg 8 kinderen, zes jongens en twee meisjes. Drie kinderen overleden al op jonge leeftijd. Van de kinderen die de volwassen leeftijd bereikten waren René Jan (*1798) en Maria Agnes (*1800) al in 1824 gehuwd en het huis uit. Frans (*1805) was in 1824 vertrokken naar Walbeck, waarschijnlijk om als knecht te werken. Hij was in ieder geval niet in dienst, want hij was vrijgesteld wegens volbrachte broederdienst. Hij zal in 1830 te Horst huwen. Jan Matthijs (*1808) was ten tijde van het overlijden van zijn moeder net een jaar in Militaire Dienst. Hij had al eerder het ouderlijk huis verlaten, want in 1827 woonde hij te Arcen. Helaas is niet bekend waar in Arcen, maar waarschijnlijk was hij ergens knecht. Van Arcen zijn uit die tijd geen Bevolkingsregisters of Volkstellingen bewaard gebleven voor zover mij bekend. De jongste zoon, Reinier (*1811), die 17 jaar oud was toen zijn moeder overleed, zal nog thuis hebben gewoond.

Jan Vervuurt hertrouwde ongeveer anderhalf jaar later, in november 1829, te Venray met Johanna Martens (*1783 te Oirlo). Ook Johanna was al eerder gehuwd geweest, haar echtgenoot was in 1827 overleden... in het Bedelaars-werkhuis te Rekem... Johanna woonde op de "Kulut" te Venray. Heden ten dage is er een wijk in Venray met dezelfde naam, die iets noordelijk van het groepje boerderijen van toen ligt. De huidige Deurneseweg N270 loopt hier doorheen. Op de foto: op de bovenste helft de huidige boerderij die op dezelfde plek moet staan waar in 1829 het huis van Johanna Martens moet hebben gestaan. Wellicht is het nog (gedeeltelijk) dezelfde boerderij. Op de onderste helft van de foto: de locatie van de boerderij is bij het oranje mannetje. (Zuidelijk van de N270). Noordelijk van de N270 ligt de huidige wijk Kulut.


Johanna Martens en Jan Vervuurt gingen na hun huwelijk in dit huis(je) wonen. Overigens is het een raadsel hoe Jan en Johanna elkaar hebben ontmoet. Jan woonde in Horst, Johanna in Venray. Er waren in die tijd vast en zeker nog geen praatavonden voor "Nabestaanden van overledenen in het Bedelaars-werkhuis te Reckheim". Toch acht ik het niet onmogelijk dat in het onfortuinlijke einde van beider partners een link zit.

Zo rijzen er vele vragen bij zo'n opname zo'n instelling: in een tijd dat er nog geen telefoon -laat staan internet- was, velen konden niet lezen of schrijven, hoe wisten familieleden dat iemand "vast" zat ? Of waar iemand vast zat ? Ongetwijfeld speelde de Burgemeester in deze een grote rol, hij kreeg immers regelmatig letterlijk de rekening gepresenteerd: een gevangene kostte geld, en dat werd netjes verhaald op het zogenaamde "Domicilie van Onderstand", meestal de gemeente waar men geboren was of de laatste 4 jaar gewoond had. Over het "Domicilie van Onderstand" later meer. Deze wet van 1818 bezorgde veel burgemeesters slapeloze nachten en archiefkasten vol correspondentie. Als een ingezetene van de gemeente ergens "verpleegd" werd, kreeg de burgemeester netjes elke maand of elk jaar een rekening van de instelling waar de ingezetene vast zat. Uiteraard met het vriendelijke verzoek de rekening per omgaande te voldoen. De hoogte van de "verpleegkosten" verschilden, iemand die kon werken was goedkoper dan bijvoorbeeld een vrouw met klein kind die niet kon werken. Zo heb ik een voorbeeld uit 1842 van een vrouw die niet kon werken. Zij kost de gemeente dat jaar (1842) 52.50 gulden, vergelijkbaar met 480,- euro heden ten dage. Dat lijkt in onze ogen weinig voor een heel jaar eten & onderdak. Maar de omstandigheden van toen zijn geheel anders dan nu. Gevangen sliepen op grote zalen in hangmatten, het eten was net genoeg om niet dood te gaan, etc.  Bovendien kun je die tijd in alle opzichten niet vergelijken met het heden. Destijds was 52.50 gulden voor de gemeente een flinke som geld.

De Burgemeester wist dus meestal wel waar een van zijn burgers gevangen zat en ongetwijfeld zal hij de betreffende familieleden daarvan op de hoogte hebben gebracht. Zou de familie de mogelijkheid hebben gehad een bezoek te brengen aan de gevangene ? Afgezien van de forse reistijden toen én de daarmee gemoeide kosten, denk ik niet dat bezoek welkom was.

Terug naar Jan en Johanna: Jan Vervuurt had in 1829 waarschijnlijk nog één zoon die thuis woonde. Maar hoe zat dat met Johanna Martens ? Johanna was 12 jaar jonger dan Jan. Johanna was in 1817 te Venray gehuwd met Theodorus Michels (*1775 te Hau bij Kleve (D)). Theodorus stierf in 1827 te Rekem. Uit dit huwelijk waren drie jongens geboren. Twee jongens sterven al als ze een maand oud zijn. Alleen Joannes "Jan" Leonardus (*1819) zal opgroeien en huwen. In 1829 woont Jan van 10 jaar nog bij zijn moeder. Uit de volkstelling 1830 van Venray blijkt dat in het huis No. 402 te Venray "Heyde" wonen:

- Vervurt Jan 57 jaar geboren te Walbeek, Dagloner
- Martens Joanna 47 jaar geboren te Oirlo, Zonder beroep
- Michels Jan 10 jaar geboren te Venraij, Zonder beroep
- Martens Elisabeth 15 jaar geboren te Meerlo, Zonder beroep

Zo te zien was de jongste zoon van Jan Vervuurt dus ook al het huis uit.



In 1839 wonen in het huis No. 402 te Venray "Külüt":

- Vervurdt Jan 72 jaar (!) geboren te Walbeek, Landbouwer
- Martens Johanna 59 jaar geboren te Meerlo (sic), Zonder beroep
- Michels Johanna (sic) 20 jaar geboren te Venraij, Zonder beroep

Jan Martens is abusievelijk ingeschreven als Johanna Martens, Jan Vervuurt is opeens 72 jaar oud, en Johanna Martens is niet in Meerlo, maar in Oirlo geboren. De gegevens in deze registers zijn niet altijd even betrouwbaar. Maar behalve deze onnauwkeurigheden valt op dat Elisabeth Martens op de lijst van 1839 niet meer voorkomt. Maar wie is deze Elisabeth die dezelfde achternaam draagt als de vrouw des huizes ? Is zijn wellicht het inwonende nichtje van Johanna Martens ? Hier begint mijn zoektocht...

maandag 18 november 2013

Waarom dit Blog ? Sinds het voorjaar van 2011 ben ik besmet met het virus 'Genealogie'. Begonnen bij mijn opa van moeders kant, groeide de stamboom gestadig. Gevoed door de gegevens die ik opdiepte uit Genlias en Familysearch. Ik ben precies in de juiste periode begonnen met mijn onderzoek: eerder genoemde bronnen zorgen ervoor dat ik mijn onderzoek in de vrije uren (naast mijn full-time baan) kan doen, vanuit mijn luie stoel bij wijze van spreken. Waar je vroeger misschien jaren bezig was met het zoeken in verschillende stads-, streek- en provinciale archieven, krijg je je kwartierstaat tegenwoordig via het internet min of meer op een presenteerblaadje. Mits je voorouders uit Nederland afkomstig zijn, want buitenlandse bronnen zijn vaak nog niet in zo'n grote mate digitaal toegankelijk.

Nu, dik twee jaar later heb ik mijn kwartierstaat redelijk compleet tot rond 1700. Dat is 9 generaties terug. Is dat dan alles ? Wat mij betreft niet. Een kwartierstaat is een "dooie" verzameling namen, geboorten, huwelijken en overlijdens. Een kale stamboom zonder bladeren, alleen takken. Ik wil trachten de boom aan te kleden. Wat betreft de voorouders uit de 20e eeuw spreken oude foto's natuurlijk het meest tot de verbeelding. Ga je wat verder terug, de 19e eeuw, dan zijn er in mijn geval (nog) geen foto's beschikbaar. Het gros van mijn voorouders kwam uit het oude Overkwartier van Gelre en was dagloner, akkerman of wever. Over het algemeen geen vermogende mensen en fotografie lag in die tijd qua geld niet binnen hun bereik. Dan moet je op zoek naar andere bronnen. Voor de hand liggen (als we het hebben over de 19e eeuw): belastingregisters, het kadaster, memories van successie, eventueel kranten.

Zelf kwam ik min of meer bij toeval in aanraking met een andere bron: Rechtbankarchieven. Tijdens mijn kwartierstaat-speurtocht kwam ik bij twee voorouders een opmerkelijke overlijdensplaats tegen: Maria Catharina Opschroef uit Horst die te Rekem stierf. Rekem, tegenwoordig in België gelegen, maar toen (1828) nog behorend tot het Koningrijk der Nederlanden en toen geschreven als Reckheim. En als tweede Margaretha van den Bosch uit Swolgen die te Hemiksem haar laatste adem uitblies. Hemiksem, gelegen bij Antwerpen en toen (1830) ook behorend tot het Koningrijk der Nederlanden en toen geschreven als Hemixem. De vraag rees: waarom stierven beide zo ver van huis in een tijd dat veel mensen hun hele leven niet verder kwamen dan hun eigen regio ? De sterfakten van beide gaven het antwoord: ze waren daar "bij tijdelijk verblijf" in respectievelijk "Het Bedelaars-werkhuis" en "Het Correctiehuis van St. Bernard".

Het antwoord roept meteen weer een nieuwe vraag op: waarom zaten beide vrouwen daar ? Dit is het beginpunt geweest van een onderzoek dat nog steeds loopt. Het verhaal van Maria Catharina Opschroef is reeds uitgebreid opgetekend door mijn verre neef Sjraar Verkoeijen. Het zeer lezenswaardige verhaal van zijn hand in het jaarboek 2012 van de vereniging "Overkwartier van Gelre" is tot stand gekomen met hulp van diverse nazaten van Maria Catharina Opschroef, een uniek samenwerkingsverband dat eigenlijk spontaan ontstaan is. Voortbordurend op de lotgevallen van Maria Catharina ben ik verder op onderzoek gegaan en liep tegen het "raadsel" van Elisabeth Martens aan. In een volgend Blog zal ik hier dieper op ingaan.

En waarom zat Margaretha van den Bosch uit Swolgen in Hemiksem ? Ook daar zal ik de toekomst over schrijven.

Het is de eerste keer dat ik een Blog maak, het is even wennen. Ik moet ook nog even kijken hoe ik plaatjes toe kan voegen.

Pim.