Als T.C. Zeeman en Maria Smits in oktober 1829 huwen, gaan ze inwonen bij de ouders van Maria, beiden al over de 70 jaar oud. Het oude echtpaar woont in Venray aan het adres "De Draal" nummer van het huis 37. Dit zijn niet de huisnummers zoals we die nu kennen. In die tijd kregen de huizen een nummer, los van de straat of buurt waar het huis stond. Het huis van het echtpaar Smits zal in het centrum van Venray gestaan hebben. Helaas kan ik niet meer achterhalen waar dat precies moet zijn geweest. Tegenwoordig is er in Venray geen buurt of straat meer die zo heet. Het is een vreemd huwelijk: in februari van 1829 (8 maanden vóór het huwelijk) had Thomas Carolus al een kind aangegeven bij de Burgerlijke Stand van Venray. Hij verklaarde de vader te zijn en "deszelfs Huisvrouw" Maria Smits de moeder. Dat van die huisvrouw was dus gelogen en het is vreemd dat de Assessor dit opgeschreven heeft. Of was hij niet op de hoogte van het feit dat beiden niet gehuwd waren ? Het dochtertje, vernoemd naar de moeder van T.C., Helena Elisabeth, zou slechts 2 maanden oud worden.
De vader van Maria Smits zal in 1833 overlijden, haar moeder in 1835. In de volkstelling van 31-12-1839 wonen er andere mensen in het huis nummer 37. Thomas Carolus en Maria komen verder in de lijst ook niet meer voor. Zou het echtpaar zijn gaan zwerven ? Er zullen uit dit huwelijk verder ook geen kinderen geboren worden. Maria Smits overlijdt 1861 te Venray, in de overlijdens-akte verder de mededeling "verlatene huisvrouw van Thomas Carolus Zeeman"...
Afbeelding: overlijdensakte 1861 van Maria Smits.
Net als zijn vader (die hij waarschijnlijk nooit gekend heeft) laat hij zijn vrouw in de steek en zal nooit meer bij haar terugkeren. Maria zal nooit echtscheiding hebben aangevraagd, hoewel dat wel mogelijk was. Er waren in de 19e eeuw 5 redenen geldig om echtscheiding aan te vragen: Overspel, Curatele vanwege verkwisting, Gevangenisstraf van 4 jaar of meer, Kwaadwillige verlating die minstens vijf jaar had geduurd en Mishandeling. Maar de procedure was ingewikkeld en er moest aan allerlei voorwaarden voldaan worden. Bovendien zal ze een verklaring van onvermogen moeten halen bij de burgemeester, want veel geld zal ze niet gehad hebben. Waarschijnlijk heeft ze het er maar bij gelaten, of misschien heeft ze gehoopt dat Thomas Carolus ooit nog terug zou keren.
Thomas Carolus begint gewoon weer een nieuwe affaire, want in januari 1841 geeft hij bij de Burgerlijke Stand te Groesbeek een kind van het mannelijk geslacht aan, dat hij Wilhelm noemt. Als moeder wordt genoemd Elisabeth Martens. Volgens de akte zijn beiden "echteluden wonende te Venraay". Als beroep geeft hij op: Koopman. Saillant detail: één van de getuigen is Antonius Alexander Koning, Veldwachter te Groesbeek. Meestal hebben veldwachters niet zoveel op met rondtrekkende lieden...
Nu weet ik nog steeds niet met zekerheid welke Elisabeth zich ophield met die Zeeman. De Elisabeth van 1815 had in 1836 te Venray al een onecht kind op de wereld gezet: Hendrik Martens. Dat het hier gaat om de Elisabeth van 1815 kan ik afleiden uit de persoon die het kind aangeeft: stiefvader Jan Vervuurt. Er wordt geen vader vermeld. Volgens de akte is Elisabeth 20 jaar oud, hetgeen overeen komt met geboortejaar 1815. Zou zij ook de Elisabeth zijn die in 1841 te Groesbeek een zoon op de wereld zet ?
De stukken die ik vond in het archief te Venray (Archief Gemeentebestuur Venray 1815 - 1941, inventarisnummer 5473) geven uitsluitsel. Op 5 april 1843 worden Elisabeth Martens en T.C. Zeeman voor de rechtbank van Zutphen wegens landloperij en bedelarij veroordeeld tot ieder een gevangenisstraf van 3 maanden, om na het uitzitten van die straf opgezonden te worden naar het bedelaars-gesticht. In praktijk betekent dat beiden voor de komende drie en een half jaar opgesloten zitten. Het arresthuis in Zutphen zit echter met een probleem: sinds de arrestatie van Elisabeth op 9 maart 1843 waren haar beide minderjarige kinderen bij haar gebleven in het arresthuis. Volgens opgave waren dit Hendrik Martens, geboren te Venray en Wilhelmus Martens, geboren te Groesbeek. Hieruit blijkt dat beide kinderen uit de vorige alinea geboren moeten zijn uit de Elisabeth van 1815. Blijft een raadsel het huwelijk in 1865 te Hardenberg tussen Elisabeth uit 1819 en T.C. Zeeman. De puzzel is dus maar gedeeltelijk opgelost. Op dat huwelijk zal ik later terug komen. Een mogelijkheid is natuurlijk dat T.C. Zeeman zijn Elisabeth verlaten heeft en later een affaire begint met de Elisabeth uit 1819.
Nu Elisabeth veroordeeld is, moet de zorg voor de kinderen overgenomen worden door het Domicilie van Onderstand, in dit geval Venray. De kinderen kunnen natuurlijk niet mee de gevangenis in. Zij zullen dus opgehaald moeten worden in Zutphen en naar Venray gebracht, alwaar ze voor de tijd dat hun moeder gevangen zit, verpleegd zullen moeten worden. De Burgemeester van Venray, F.A. Verblackt, maakt echter geen haast om de kinderen op te laten halen. Drie weken na de veroordeling van Elisabeth zijn beide kinderen nog steeds in Zutphen. Op 26 april volgt er een geïrriteerd schrijven van de Districts Commissaris Michiels van Verduynen te Roermond aan Burgemeester Verblackt: "Aangezien door Uea de armlastigheid van de thans in het huis van arrest te Zutphen gedetineerde Elisabeth Martens en daarmede ook dat van hare beide minderjarige onechte kinderen is aanerkend, verzoek ik Uea om onverwijld maatregelen te beramen en in het werk te stellen, ten eind gezegde kinderen, door uwe zorg uit het genoemd Arresthuis afgehaald en voor rekening uwer gemeente gepleegd worden." De Burgemeester komt nu in beweging, al zal het nóg een week duren eer de kinderen daadwerkelijk opgehaald worden.
Op 4 mei 1843 geeft Burgemeester Verblackt aan Hendrik Huisman (*ca. 1792 te Delft, dagloner te Venray) de opdracht de kinderen op te gaan halen in Zutphen. Hij krijgt van de Burgemeester een verklaring mee. Op de verklaring wordt steeds netjes aangeven hoe de reis verloopt: in elke plaats die ze passeren zal de burgemeester of gedelegeerde van die plaats het document tekenen. Het transport vind plaats per kar, en bij elke gemeente wordt van kar gewisseld.
- 7 mei: Zutphen - Brummen
- 7 mei: Brummen - Dieren
- 7 mei: Dieren - Velp
- 7 mei: Velp - Arnhem
- 8 mei: Arnhem - Elst
- 8 mei: Elst - Nijmegen
- 8 mei: Nijmegen - Mook
- 9 mei: Mook - Gennep
- 9 mei: Gennep - Afferden
- 9 mei: Afferden - Bergen
- 9 mei: Bergen - Vierlingsbeek (oversteek van rivier de Maas)
- 9 mei: Vierlingsbeek - Smakse Brug
Hendrik en Willem zullen dus op 9 mei 1843 in Venray arriveren, precies twee maanden nadat ze met hun moeder in Zutphen in de gevangenis belandden. Bij wie de kinderen precies ondergebracht worden is niet bekend. In ieder geval zullen ze hun moeder nooit weerzien: Willem overlijdt in 1844, 3 jaar oud en Hendrik in 1847, 11 jaar oud.
Afbeelding: opdracht tot ophalen kinderen Martens, met aftekeningen.
(Bron: G.A. Venray / Archief Gemeentebestuur Venray 1815 - 1941, inventarisnummer 5473)